Verdieping borstvoeding, borstgerelateerde problematiek

Leerdoelen:

1. De kraamverzorgende/verloskundige kent de 10 vuistregels en weet wat de gedragscode voor marketing kunstvoeding inhoudt en waarom deze nageleefd dient te worden.
2. De kraamverzorgende/verloskundige weet welke borstgerelateerde problemen kunnen ontstaan in de kraamperiode en daarna.
3. De kraamverzorgende/verloskundige  weet wat voor klachten mastitis kan geven, wat de begeleiding/advies rondom deze problematiek is en hoe zij hier naar kan handelen.
4. De kraamverzorgende?verloskundige  weet hoe zij borstgerelateerde klachten kan voorkomen/begeleiden.
5. De kraamverzorgende/verloskundige  weet wat borstcompressie inhoudt.
6. De kraamverzorgende/verloskundige weet wat lymfemassage is.
7. De kraamverzorgende/verloskundige past de juiste communicatietechnieken toe, waardoor de moeder zich gehoord en gesteund voelt in dit proces.